de bewegingloze movement

het activisme van het heilige niet-doen

Toen ik hier, alweer best wel lang geleden, languit met mijn Grote Liefde op de dijk lag, en op het randje van het eiland in de verte de volgebouwde ‘overkant’ zag, dacht ik: ‘Niet meedoen. Niet altijd mee hoeven doen, dat lijkt me wel wat’. Een tijd later woonden we hier en het gevoel dat me toen overviel is gebleven: het losgeschakeld zijn van massa en machinerie. Ik heb het zelfs steeds bewuster gecultiveerd; het niet automatisch meedoen, het niet doen.

Wanneer ik naar de overkant ga, ben ik weer deel van de wereld van moeten en willen: Belangrijke Afspraken gelardeerd met lunches, exposities, concertjes, mensen, feestjes. Hoewel al dat ge-doe meestal hartstikke leuk, verheffend en interessant is, ervaar ik mijzelf dan ook vaak als onderdeel van een leeg soort veel. Mijn bewegingen meer machinaal dan menselijk. Meer geprogrammeerd dan bewust; ik produceer en consumeer.

Wonen op het eiland helpt mij om afstand te nemen van dat waar ‘de overkant’, zoals de eilanders het vasteland noemen, mij altijd sterk toe heeft verleid: het automatisch opgeslokt worden door dóen. Bezig zijn, downloaden, uploaden, nuttig zijn, doorgaan. Natuurlijk, we moeten werken, er moet geld worden verdiend, dat is het systeem waar we in ronddraaien. Maar daar stoppen we doorgaans niet. We moeten en willen nog veel meer: onszelf verbeteren, sociaal zijn, sporten, lezen, leren, ervaren, nóg harder werken, verder komen!

We scrollen als een bezetene door het leven, of door overleven, hoewel we intussen al doende steeds meer aan ons scherm vastzitten. En op dat onaflatende gevoel van moeten en willen, duwen de algoritmes ons nog verder weg van het heilige genezende niet-doen. We moeten reageren, en wel nu, want anders! Ons leven lijkt ervan af te hangen. Maar de vraag is of dat waar is. Moet je altijd maar doen om goed te kunnen leven?

Hoewel ons willen en moeten ook heus veel vóór ons doet, is het wel een punt dat we er zo moeilijk mee kunnen stoppen. ’s Avonds in bed liggen we nog steeds te stressen of te doomscrollen, terwijl er ook de mogelijkheid is om samen te vallen met het ruisen van de wind, het spinnen van de kat, of lekker te viben op onze innerlijke verbeelding.

Je rustig voelen, zonder daarvoor op vakantie te moeten, doodmoe te zijn of onszelf te verdoven met Netflix, alcohol, drugs, eten. Wat is dat eigenlijk, ontspannen? Kun jij nog, zonder enige vorm van spanning, gewoon alleen maar ‘zijn’?

In het taoïsme kennen ze de uitdrukking Wu Wei, wat zoveel betekent als niet-doen. Het verwijst naar de geestelijke beoefening of kunst van het niet-doen; ofwel ‘het handelen door niet te handelen’. Het gaat niet zozeer over wel óf niet doen, maar weten wanneer je doet en wanneer je niet doet. Het gaat om het vinden van die schakelaar. Je bewust worden van het idee dat het soms slimmer en gezonder is om niet te doen. Zo kunnen handelingen voortkomen vanuit ontspanning en niet vanuit spanning. Of, zoals de taoïsten het zeggen: het beoefenen van niet-doen stelt je in staat je eigen geest te verkennen: wie ben ik eigenlijk? Van daaruit, zegt Tao, kun je op reis gaan in je geest. Dit innerlijke onderzoek leidt vervolgens tot een handelen als dat nódig is, en niet omdat je vanuit reactivitieit of ego wordt gestuurd. Niet-handelen om te leren handelen vanuit je eigen, ware zijn.

Niet-doen klinkt behoorlijk non-activistisch, maar in een opgejaagde samenleving van moeten en willen is het misschien juist wel heel activistisch. Een bewegingloze movement van niet-doen. Wanneer we stoppen met reageren op de volgende gedachte, wordt het stil. En vanuit die stilte kunnen er nieuwe, autonome beelden, gedachten en handelingen ontstaan.

Via het beeldscherm kan ik makkelijk continu ván de wereld zijn in plaats van in de wereld. Maar ik kan ook een revolutionaire daad stellen tegen het geweld aan informatie dat voortdurend mijn knop van willen en moeten ingedrukt houdt: ik doe mijn laptop dicht, mijn parka aan en loop het eiland op.

De wind, de uitgestrekte stranden, een soms vlakke, dan weer wild kolkende zee, halen mij uit de verlokkingen van de stad en het scherm. Dan ben ik niet meer ván de wereld, maar op de aardbol. Niet in mijn hoofd, maar midden in het universum. Het maakt dat ik die andere realiteit kan ervaren in al haar grootsheid; de werkelijkheid van het seizoen, de tijd van de dag, de sensaties van de elementen. Waar de natuur ook is, ze is, ze brengt mij bij zijn. Een zijn dat eigenlijk helemaal niks hoeft, moet of wil.

Hier op het eiland gaat er elke avond weer een laatste boot en daarna, op het geluid van een verloren brommer na, wordt het stil. Heel stil. En aardedonker. Niets of niemand doet. Het enige dat schijnt is de maan en het strijklicht van de vuurtoren, die om de zoveel tijd het stil geworden eiland een zachte aai over haar bol geeft.

< terug
β€œTo slow time down, practice enjoying the moment. It is where we spend our entire lives.”
― Wu Wei, I Ching